We vertalen wetten naar adviezen, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Met een ecologische flora- en fauna quickscan brengen we in kaart of en welke beschermde soorten en gebieden mogelijk negatieve effecten kunnen ondervinden van de voorgenomen werkzaamheden.
Onderzoek naar beschermde soorten en gebieden
De flora- en fauna quickscan is een oriënterend onderzoek naar wettelijk beschermde flora, fauna en natuurgebieden. Dit onderzoek is wettelijk verplicht als een ruimtelijke ingreep (bijvoorbeeld bouw, renovatie of sloop) mogelijk negatieve effecten kan hebben op deze natuurwaarden. Welke soorten beschermd zijn en welke regels gelden, staat in de Omgevingswet beschreven. Om te bepalen of er negatieve effecten optreden is het noodzakelijk om een goed beeld te krijgen van de beschermde soorten die we op de plaats van het projectgebied kunnen verwachten. Dit onderzoek bestaat uit twee stappen. Allereerst doen we literatuuronderzoek. Hierbij onderzoeken we op basis van bekende verspreidingsgegevens welke beschermde soorten en gebieden in de ruime omgeving voorkomen. Hiervoor raadplegen we diverse bronnen, bijvoorbeeld de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF).
Vervolgens bezoeken we de projectlocatie en kijken of beschermde soorten daadwerkelijk aanwezig kunnen zijn binnen de invloedssfeer van de voorgenomen werkzaamheden. Tijdens het veldonderzoek gebruiken we verschillende optiek (verrekijker en camera), ladder en endoscoop. Bij deze beoordeling wordt zowel gekeken naar de lokale verspreiding en eisen die soorten aan hun omgeving stellen, als de kenmerken van het plangebied en de directe omgeving.
Belangrijk om te onthouden: het gaat er bij een ecologische quickscan niet om dat soorten daadwerkelijk worden aangetoond, maar of soorten met zekerheid kunnen worden uitgesloten.
Welke effecten kunnen optreden?
Om dit te bepalen, zetten we alle voorgenomen activiteiten op een rij en welke verstoring zij veroorzaken. Denk bijvoorbeeld aan verstoring door geluid, trillingen, licht, vernietiging van verblijfplaatsen, kans op verwonding of doding van soorten. Bij mogelijke effecten op beschermde gebieden kun je bijvoorbeeld denken aan extra neerslag van stikstof, oppervlakteverlies of aantasting van bijzondere natuurwaarden.
Indien er mogelijk negatieve effecten optreden dan onderzoeken we eerst of deze kunnen worden voorkomen. Dit kan soms door te werken buiten de kwetsbare perioden van beschermde soorten, het aanpassen van de werkwijze of bepaalde activiteiten niet uit te voeren. Al deze onderdelen staan ook omschreven in de flora- en fauna quickscan.
Toetsing aan de Omgevingswet
Met alle verkregen informatie uit het ecologisch onderzoek toetsen we het initiatief op de natuurbeschermingsregels in de Omgevingswet. De toetsing heeft twee uitkomsten.
Wat komt er na een flora- en fauna quickscan?
Wanneer de conclusie van de flora- en fauna quickscan is dat we negatieve effecten niet kunnen uitsluiten, dient er aanvullend onderzoek te worden uitgevoerd. Ook dit wordt door een ecologisch adviesbureau gedaan. Dit onderzoek neemt over het algemeen veel tijd in beslag en is kostbaar, omdat dit volgens vastgestelde protocollen moet verlopen. Het onderzoek vergt namelijk een hoge onderzoeksinspanning en moet ook vaak in de avonduren of nacht worden uitgevoerd.
Als we tijdens het onderzoek ook beschermde soorten aantreffen, dan kan de doorlooptijd van een project aanzienlijk oplopen. Er moet namelijk eerst een omgevingsvergunning worden aangevraagd bij het bevoegd gezag voor een zogenaamde ‘flora- en fauna-activiteit’.
Voor het verkrijgen van de omgevingsvergunning moet een ‘activiteitenplan’ en een en ‘ecologisch werkprotocol’ worden opgesteld. In een activiteitenplan beschrijven we hoe negatieve effecten tot een minimum worden beperkt en welk wettelijk belang er met de ingreep is gemoeid. Om negatieve effecten tijdens de werkzaamheden te voorkomen, stellen we een ecologisch werkprotocol op. Dit protocol bevat gedetailleerde werkinstructies voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Verder dient er een ‘ecologisch logboek’ te worden bijgehouden. Hiermee kan bij controles door het bevoegd gezag worden aangetoond dat er tijdens de werkzaamheden volgens het ecologisch werkprotocol is gehandeld.
De beoordeling van de ontheffing door het bevoegd gezag neemt doorgaans 8 tot 14 weken in beslag, plus de tijd die nodig is om vragen van het bevoegd gezag te beantwoorden. Hiervoor moeten legeskosten aan de provincie worden betaald. Alleen bij een positief besluit mag het project onder strikte voorwaarden worden uitgevoerd. Over het algemeen wordt het project begeleid door een ecologisch adviesbureau.
Ecologische begeleiding
Ecologische quickscan
Flora en fauna onderzoek
Woningcorporaties
Door de ogen van de natuur